CONCLUSIE
Het doel van dit PO was om een antwoord te zoeken op de vraag: ‘In hoeverre heeft Nederland het beleid rondom COVID-19 duidelijk gecommuniceerd naar de inwoners?’ Uit literatuuronderzoek en verdiepend vergelijkingsonderzoek is gebleken dat op een paar punten de communicatie gebrekkig is, maar op andere vlakken het weer heel duidelijk is.
Zo is uit verdiepend onderzoek gebleken dat er onder andere 3 communicatieproblemen zijn rondom het beleid. Ten eerste verschillen de noodverordeningen van de veiligheidsregio’s onderling. Dit kan zorgen voor verwarring en kan heel gemakkelijk opgelost worden door middel van overleg. Daarnaast is het niet duidelijk gecommuniceerd dat je een aantekening in je strafblad hebt als je een boete krijgt. Dit staat wel aangegeven op de site van de PolitieNederland, maar niet op de site van bijvoorbeeld het RIVM, waar een compleet overzicht op staat van alle maatregelen en dat dient als leidraad. Heel veel mensen zijn zich dus niet bewust van de automatische aantekening op je strafblad, omdat het niet duidelijk gecommuniceerd is. Ten slotte is er ook nog een verschil in de handhaving van de coronamaatregelen. Deze vindt zijn oorsprong in gebrekkige communicatie tussen veiligheidsregio’s onderling en de inwoners ervan. Het is namelijk zo dat sommige gemeenten veel strenger zijn in de handhaving. Zo krijg je in bijvoorbeeld de gemeente Waalwijk, Tilburg, Dongen of Loon op Zand direct een boete, terwijl je in de streek de Liemers eerst wordt aangesproken en een waarschuwing krijgt. Dit is verwarrend en dus niet goed gecommuniceerd.
Verder is uit ons literatuuronderzoek gebleken dat het beleid, de maatregelen en de eventuele aanpassingen wél duidelijk worden gecommuniceerd. Zo is op de website van het RIVM een compleet overzicht te vinden van alle maatregelen en wordt als er aanpassingen zijn rondom het beleid een persconferentie gehouden. Die zijn ook voor de slechthorenden en doven te volgen, omdat er een doventolk aanwezig is.
Daarnaast heeft de Rijksoverheid alle documenten rondom het beleid in het Engels beschikbaar gesteld.
Ook zijn de GGD en het RIVM dagelijks bereikbaar voor vragen rondom het beleid. Dit zijn dan ook de twee instanties die het belangrijkst zijn voor de communicatie rondom het beleid.
Als we de positieve en negatieve punten tegen elkaar afwegen vinden wij het feit dat de maatregelen wél goed gecommuniceerd zijn zwaarder wegen. De problemen aangekaart in de verdieping zijn namelijk niet het allerbelangrijkst als het gaat over de communicatie. Zo is namelijk het feit dat je een strafblad krijgt na een boete een vervolg van het overtreden van een maatregel die wél goed gecommuniceerd is. Dus als mensen zich gewoon aan de duidelijk uitgelegde regels houdt zouden de consequenties niet van zo’n groot belang zijn. Dit geldt eigenlijk voor ieder punt in de verdieping.
De conclusie is daarom dat het beleid rondom COVID-19 duidelijk is gecommuniceerd naar de inwoners van Nederland.
De resultaten komen wel overeen met wat wij van tevoren hadden verwacht. Aangezien wij dachten dat de grote lijnen van het beleid, dus onder andere de maatregelen, wel goed gecommuniceerd zouden worden en dat er eventueel een paar gebrekkige punten zouden zijn.