1. verschillen tussen noodverordeningen
Zoals in het theoretisch kader beschreven bij deelvraag 6 mag iedere veiligheidsregio zijn eigen noodverordening opstellen (voor verdere uitleg zie theoretisch kader vraag 6). De noodverordeningen van de veiligheidsregio’s Brabant-Noord en Groningen zijn vergeleken en op basis daarvan is er een verschil geconstateerd.
Zo staat er in de noodverordening van de veiligheidsregio Groningen (Veendam, 2020) vermeld dat er geen waren-/weekmarkten plaats mogen vinden als ze niet aan een achttal voorwaarden voldoen:
-
er moet een onderlinge afstand van 1,5 meter bewaard kunnen worden tussen de personen op de markt;
-
er is alleen verkoop van de eerste levensbehoeften (etenswaren) toegestaan;
-
er mogen geen eet- en/of drinkwaren verkocht worden;
-
zit- of stameubilair is niet toegestaan;
-
leegstaande en/of vrije marktplaatsen blijven leeg en mogen niet aan anderen aangeboden/vergeven worden;
-
er dienen bij alle toegangen van de markt waarschuwingsborden geplaatst te worden waarop staat dat bezoekers 1,5 meter afstand moeten houden van elkaar;
-
als het afstandscriterium niet wordt gerespecteerd moet de standplaatshouders hun bezoekers hierop aanspreken;
-
de marktmeester en/of organisator dient persoonlijk toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden.
-
​
Echter staat in de noodverordening van de veiligheidsregio Brabant-Noord hier niets over vermeld (VRBN, 2020). Dat brengt men dus in de veronderstelling dat in de gemeenten die onder de veiligheidsregio Brabant-Noord vallen wél waren-/weekmarkten mogen organiseren zonder aan de voorwaarden te voldoen. Dit is natuurlijk niet het geval, want zodra bijvoorbeeld de 1,5 meter-regel niet in acht wordt gehouden mogen er boetes uitgedeeld worden. Hier is dus het verschil tussen verschillende noodverordeningen duidelijk en dit kan dus verwarring veroorzaken bij de inwoners van de verschillende veiligheidsregio’s.
Deze verwarring is dus een resultaat van slechte communicatie vanuit de overheid naar de verschillende veiligheidsregio’s, maar ook een gebrek aan communicatie tussen de veiligheidsregio’s onderling. Dit verschil had opgelost kunnen worden door overleg tussen veiligheidsregio’s over het opstellen van de noodverordeningen.